top of page
  • Foto van schrijverSpil Helpt

Dyslexie en ADD – voorbeeld uit de praktijk



Op een donderdagochtend ontvang ik het mailtje van een trotse moeder. Wat deze moeder gemeen heeft met veel andere moeders, is dat ze vecht voor haar kind, ze komt voor hem op en ze wil het beste voor haar zoon. Deze moeder ‘vecht’ al jaren met de school van haar zoon. Zij heeft al jarenlang vermoedens dat er iets aan de hand is met hem, er zijn vermoedens van dyslexie. Hij komt maar niet vooruit op school, hij heeft inmiddels faalangst ontwikkeld en hij is regelmatig in vechtpartijtjes betrokken. Omdat deze jongen ‘te goede’ scores behaalde om in aanmerking te komen voor een vergoed onderzoek, heeft school hier nooit iets mee gedaan. 'Hij is gewoon niet zo slim', werd er gezegd. Nu zit hij in groep 8 en begint de tijd te tikken. Het is deze moeder gelukt om uiteindelijk bij ons terecht te komen voor een dyslexieonderzoek. Deze jongen kreeg jaren geleden al de diagnose ADD. Hij was altijd snel afgeleid, zowel in de klas en thuis. Het lukte hem niet om langere tijd met één taak bezig te zijn. Hij was altijd erg onrustig, kon nooit stilzitten en hij ging maar door en door. Niet alleen lichamelijk was hij druk, maar ook in zijn hoofd. Zijn gedachten stonden nooit stil en daar had hij zelf erg veel last van. ‘Er gaat heel veel mijn hoofd in, maar het lijkt wel alsof er niets uit kan’, zei hij dan. Ook had hij veel ruzie met zijn klasgenoten en leerkrachten. Hij werd erg opstandig van zijn ‘volle hoofd’ en dit uitte hij naar zijn klasgenoten toe. Niemand begreep hem, zei hij telkens weer. Ook de leerkrachten wisten niet waar dit gedrag vandaan kwam en vonden hem maar een vervelende jongen. Na speltherapie en ondersteuning thuis en in de klas, ging het uiteindelijk beter. Dingen voorspelbaar maken, overzicht en rust creëren en structuur aanbieden hebben deze jongen enorm geholpen. Omdat zijn ADD nu ‘onder controle’ is, kan een dyslexieonderzoek plaatsvinden.


Deze 11-jarige jongen komt twee keer bij mij voor een onderzoek. Hij laat vol enthousiasme filmpjes zien van zijn trucjes op de trampoline. Hij is de beste van zijn groep binnen de vereniging. Maar op school wil het allemaal niet lukken. Uit het onderzoek komt naar voren dat hij helemaal niet dom is. Met een intelligentiescore van 107 beschikt hij over een gemiddeld IQ. Dat hij in de klas niet mee kan komen, komt niet omdat hij dom zou zijn. Het komt omdat hij dyslexie heeft en dit belemmert hem in het lezen, maar ook bij bijvoorbeeld rekenen. Hij kan de tafels niet onthouden en dit is kenmerkend voor dyslexie.


Als eerste leg ik hem uit wat de resultaten van het onderzoek zijn, waarom bepaalde dingen niet lukken en andere dingen wel. Een glimlach verschijnt op zijn gezicht. Hij heeft weer hoop, want hij wil dolgraag naar een bepaalde school waar je alleen mag komen met minimaal vmbo-advies. En dit past bij hem, minimaal. Eerder hoger dan lager. Want dat deze jongen dyslexie heeft, zou geen belemmering moeten zijn voor zijn vervolgadvies. Hij heeft recht op de juiste ondersteuning, op hulpmiddelen, uitleg en compensatie op school. Deze jongen heeft al lang genoeg geworsteld, maar nu zijn de anderen aan de beurt om hem te leren omgaan met dyslexie. Voor hem is het ook haalbaar om bij het eindpunt te komen, misschien niet via de hoofdweg, dan maar via omweggetjes. Hij zal zeker af en toe beren tegenkomen op deze wegen, maar daar zal hij mee leren omgaan. Deze jongen kan tools aangeleerd krijgen om deze beren te vermijden of te verslaan.


Al voordat we zijn uitgebreide verslag hebben besproken op school, ontvang ik twee mailtjes van zijn moeder die mij kippenvel bezorgen.


Zijn moeder schrijft mij: “Deze test gaf hem zoveel zelfvertrouwen, hij liep zó trots de school in vanmorgen! Hij is nu gelukkig en heel trots op zichzelf. Hij weet nu wat er aan de hand is met hem. Hij vertelde mij: ‘Ik ben altijd zo boos geweest als ik op school ben of als ik naar school moest gaan. Want ik wil het goed doen, maar het lukt me niet. Daarom zit ik maar op school te spelen en wordt mijn boosheid steeds erger. Eerst haatte ik school, maar nu niet meer. Ik wil niet vechten, geen vechtend kind zijn, maar soms kan ik mijn boosheid niet verbergen. Ik ben gewoon mezelf’.”


Wauw, wat mooi. En wat lief dat deze moeder de moeite neemt om dit naar mij te sturen. Ik ben trots op hem en ook op zijn moeder.


Stèfanie Groeneveld - van Hout

Orthopedagoog

0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page