top of page
  • Foto van schrijverSpil Helpt

Opvoeden; twijfels en onzekerheden

Zit niet te spelen! Mond open! Ga nou eens zelf eten! Dat kun je best, je bent al 4! Blijf nou eens zitten! Stil.. eten! Zullen we doen wie het langst zijn mond dicht kan houden?

Opeens denk ik aan het liedje van Assepoester. Je weet wel.. wanneer die muisjes zingen. In ons geval zou het liedje iets anders gaan (waarbij de kindjes Assepoester zijn en wij die ‘wijven’):

Zijn ze even rustig binnen, gaan die wijven weer beginnen:

Assepoesje, Assepoesje! Zit niet te spelen, je mond open Niet die handen, uit je haar Eet nou zelf, ga niet lopen Kun je best, je bent al 4 jaar.

Ik leun naar achteren en ik zwijg terwijl ik naar dit tafel-tafereel kijk. Er komt stoom uit de oren van mijn man en wat verwarde peuter- en kleuterogen kijken mij aan. Deze oogjes vragen mij: 'Mama, maar hoe kan ik mijn mond dichthouden als ik tegelijkertijd moet eten?' Ja kind, dat vraag ik me ook af. Het is maandagavond half 6, etenstijd. Het was een lange dag werkdag en we zijn moe. Ook uit mijn mond ontsnapt na een lange werkdag weleens een woordenwaterval van dreigementen en eisen. Maar nu ben ik te moe om te reageren (mijn mond kan op dit moment alleen een zucht en een ‘relax...’ produceren). Dit geeft mij de tijd om het hele gebeuren van een afstandje te observeren. Ik begrijp het wel hoor, die dreigementen in de hoop dat de kinderen aan tafel blijven zitten en zelfstandig eten. Want wij zijn moe van het werken. Toch?! Maar onze peuter en kleuter zijn ook moe van het werken. Toch?!

Mijn kleuter van 4 is de jongste van de klas. Ze vertelde mij pasgeleden nog dat ze het op de peuterspeelzaal veel leuker vond, omdat je daar mag spelen. 'Nu moet ik blijven zitten', zegt ze, 'en mijn nek doet pijn'. Ik vraag waarom haar nek pijn doet.

'Nou, ik moest een werkje kiezen en ik koos voor de IPad. Toen deed mijn nek pijn omdat ik naar de IPad moest kijken'.

Ik vraag of ze dat ook tegen haar juffrouw heeft gezegd.

'Ja, maar dan móet je dat blijven doen. Ik mag dan niet een ander werkje pakken'.


Oké. Misschien is dit een andere categorie "werken". Maar een kwartier in stilte werken op de IPad met pijn in je nek, wetende dat je geen ander werkje mag kiezen omdat je dit nu eenmaal hebt gekozen, terwijl 12 kinderen uit je klas instructie krijgen van de juffrouw, vier kinderen in de huishoek spelen, vier kinderen een werkblad maken, drie kinderen in de bouwhoek spelen en je volgende week pas 5 jaar wordt. In de ogen van mijn dochter is dat denk ik ook best hard werken.

Ik probeer in de huid te kruipen van mijn 4-jarige kleuter. Dan kom je dus thuis en staan de aardappels op tafel. Weer moet je gaan zitten. Het liefste zonder hard te praten en zonder op te staan van je stoel. Oh en die lepel moet ook op een bepaalde manier worden vastgehouden. Dat dansje wat je graag vol trots wilt laten zien moet toch echt wachten tot ná het eten. Maar dan ben je het misschien weer vergeten. Toch?! En het is lastig stil zitten als je been vanzelf gaat wiebelen omdat het dansje nou eenmaal in je hoofd zit.

Tijdens de aardappels zit de baby van drie maanden in de wipstoel op tafel. Tijdens het eten klimt je peuterzusje opeens op tafel en begint de baby vrolijk te kietelen.

'Van die tafel! Blijf nou eens zitten'.


Als je een baby bent mag je op tafel zitten tijdens het eten, je krijgt applaus als je een boertje laat en je mag zelfs poepen... zittend tussen de aardappels. Nu ben je een peuter of misschien zelfs een kleuter. Je moet op je stoel blijven zitten, die boer laat maar liever achterwegen en poepen tussen de aardappels?! Tja dat zou helemaal raar zijn. Toch?!

Natuurlijk willen we onze kinderen waarden en normen bijbrengen. Tegelijkertijd willen we dat ze zichzelf zijn, zichzelf leren kennen, zich ontwikkelen tot creatieve, zelfstandige en ondernemende wezens. Ik zou graag willen dat ze zelfvertrouwen hebben, niet bang zijn om te falen en blij zijn met zichzelf. Trots en tevreden zijn op jezelf. Maar tegelijkertijd verwachten we ontzettend veel van ze. Nu al. Terwijl ze nog maar net gestopt zijn met het poepen tussen de aardappels.

Vorige week liep mijn peuter met een zelfgeknutselde kroon naar de peuterspeelzaal. Vol trots en met een glimlach van oor tot oor. Ze kreeg complimenten en ik zag haar zelfvertrouwen groeien. Een moeder fluisterde mij toe: 'Is ze jarig?' Ik antwoordde: 'Nee, ze vindt dit gewoon mooi.' Mijn andere dochter is 1,5 jaar ouder en heeft ook zelf een kroon gemaakt. Ze draagt hem thuis, maar niet naar school. Ze heeft dat ook nog niet gevraagd, maar wat zeg ik als ze dat vraagt? Ik wil dat ze zichzelf durft te zijn. Dat ze kind is, zonder zorgen. Zonder zich af te vragen ‘Is dat raar?’ Ze is 4 jaar en nu merk ik al dat ze zich de opmerkingen van anderen aantrekt. Haar nieuwe broek waar ze zo blij mee was, wil ze niet meer aan. Hij lag vanmorgen klaar om aan te trekken. Ze fluisterde mij wat onzeker toe: 'Maar met deze broek aan, zeggen ze dat ik op een jongen lijk'. Mijn hart brak. Ik wilde die kinderen door elkaar schudden want ik ben boos. Ik ben boos omdat ze mijn kind niet zichzelf laten zijn. Omdat ze mijn kind nu al "zorgen" laten hebben. Maar het zijn kinderen, die zijn hard en misschien kan ik het ze ook niet kwalijk nemen. Tegelijkertijd kan mijn kleuter hier van leren. Niet iedereen is altijd even lief, wat jij mooi vindt, vindt een ander misschien wel stom. Toch? Wat ingewikkeld zeg...

We willen dat ze zichzelf durven zijn en zelfvertrouwen hebben. Maar tegelijkertijd proberen we te voorkomen dat ze met die prinsessenjurk naar school gaan. Maar Pippi Langkous gaat toch ook met twee verschillende sokken naar school? Ik zou willen dat alle kinderen zoals Pippi Langkous durven en kunnen zijn. Waarom? Daarom. Waarom mag je niet in die prinsessenjurk naar school? Waarom is het raar om met 15 verschillende strikjes en speldjes in naar school te gaan? Waarom mag je niet meer op tafel poepen tussen de aardappels? Daarom! Stiekem "sturen" we onze kinderen toch in een bepaalde richting. We leren ze wat er van ze verwacht wordt en hoe ze zich horen te gedragen. We vragen best veel van ze en we leggen ze veel dingen op. Maar we zien ook graag dat ze zelfverzekerd zijn, zonder al te veel zorgen, dat ze blij zijn met zichzelf. Maar hoe doen we dat allemaal tegelijkertijd? Moeten we op zoek naar een gulden middenweg? Ik weet het niet. Dat is ook niet nodig. Wij weten ook niet alles en doen ook soms iets fout. Toch?! Dat is maar goed ook. ‘Van fouten kun je leren’ en ‘Van proberen kun je leren’, zegt mijn kleuter. Het is goed om te laten zien dat wij ook niet alles goed doen en dat wij niet alles weten. We zijn ook soms bang. Maar ‘als je nooit bang bent, kun je ook niet dapper zijn’, zegt Pippi Langkous. Ik denk dat Pippi ook gelijk heeft.

Soms is het gewoon belangrijk om even niets te zeggen. Om stil te zijn en om te luisteren. Even achterover leunen en kijken wat er gebeurt. Woorden inslikken. Tot 10 tellen. Je even afvragen wat er in dat hoofdje van de kleuter omgaat. En misschien…. misschien is het goed als wij ook eens wat meer Pippi Langkous zijn en wat minder als haar vriendinnetje Annika.


Stèfanie Groeneveld - van Hout

Orthopedagoog



0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page