Spil Helpt
Spil Helpt - Ook op afstand

“Hallo!”. “Kunnen jullie mij horen?”. “Kunnen jullie mij ook zien?”. Dit waren de afgelopen weken mijn openingsvragen tijdens de begeleiding. Net als mijn collega’s heb ik de hulp aan de kinderen in de Coronaperiode voortgezet via videobegeleiding. In deze blog wil ik mijn ervaringen, zowel positief als negatief, met u delen.
De week waarin ik begon met de videobegeleiding zal ik nooit vergeten. Ik was natuurlijk erg blij om de kinderen en hun ouders weer te zien en heb enorm genoten van de eerste keer dat we digitaal contact met elkaar hadden. Ik kreeg rondleidingen door het huis, heb kennis mogen maken met allerlei huisdieren en kreeg eindelijk dat speelgoed te zien waar altijd over werd gesproken. Ook heb ik, samen met de ouders en de kinderen erg kunnen lachen. Bijvoorbeeld de eerste keer toen ik Jantje zag, die in zijn enthousiasme even was vergeten dat hij zijn mond vol brood had toen hij me begroette. Maar ook toen Rob, languit liggend op een grote poef, het wel een ‘relaxed plan’ vond om zo samen aan de slag te gaan.
In de weken die volgde ontdekte ik dat ‘hulp op afstand’ er juist voor kan zorgen dat het begeleidingscontact en daarmee de inhoudelijke begeleiding een stuk persoonlijker wordt. Ik denk opnieuw terug aan de begeleiding van Rob (groep 8). Normaal zie ik Rob wekelijks op school en help hem om zijn taakwerkhouding, concentratie en planningsvaardigheden te verbeteren. Tijdens de videobegeleiding van Rob merkte ik dat ik hem de ene week in de woonkamer zag, een ander moment in de keuken en daarna in een hobbykamer. Waar Rob ook zat en ondanks de afspraken die we hadden gemaakt begon iedere begeleiding met de vraag: “Mam! Waar is mijn potlood? Heb je ook mijn schrift gezien? En mijn rekenboek ligt niet waar het moet liggen!”. Op zich begrijpelijk dat Rob even moet wennen aan de nieuwe begeleidingsvorm, maar wanneer dit keer op keer het geval is, is dat voor mij waardevolle feedback op de begeleiding die ik Rob tot nu toe heb gegeven. Met andere woorden: Ik heb Rob schijnbaar ‘leren zwemmen op het droge’. Hij komt namelijk op school wel tot werken, maar zal vervolgens op de middelbare school ‘verzuipen’ omdat hij dan vastloopt in het maken van huiswerk.
Deze feedback heb ik gebruikt om tijdens de videobegeleiding de hulp die ik Rob op school geef zo concreet mogelijk naar de thuissituatie te vertalen. Letterlijk heeft Rob zijn bureau opgeruimd terwijl de camera draaide. Ik gaf richting aan dit proces door hem vragen te stellen als: “Wat heb je nodig tijdens het rekenen?”, “Waar berg je het huiswerk op dat je nog moet maken?”, “Waar komt het werk te liggen dat al af is?”. Ook maakten we een planning waarin niet alleen aandacht werd besteed aan het schoolwerk, maar juist de nadruk werd gelegd op het creëren van vrije tijd door middel van efficiënt en effectief werken. Afraffelen zat er niet in, omdat vanuit school en de begeleiding digitale programma’s direct feedback geven op de geleverde prestaties. De afgelopen weken is een duidelijk stijgende lijn te zien in de prestaties van Rob en een positieve groei in de werkeffectiviteit. Deze groei wordt zowel gezien door de ouders, de leerkrachten en mijzelf. Wat Rob zelf betreft, vermoed ik dat hij ook dik tevreden is. Zo vertelde hij me laatst nog: “Frank! Ik kan nu langer gamen want ik heb alles al af!”.
Frank Wentink
Orthopedagoog