top of page
  • hannyvanderschoot

Verdieping en innovatie leiden tot ontwikkeling



Onlangs ben ik gestart met de cursus Brain Blocks. Brain Blocks is een middel waarmee inzicht verkregen wordt in de manier waarop we de relatie met onszelf, anderen en de omgeving vormgeven. Er wordt gereflecteerd op het eigen functioneren, waarbij wordt stilgestaan bij wat we voelen, ervaren en beleven in verschillende situaties. Door deze reflectie hopen we, in de loop van de tijd, veranderingen teweeg te brengen in kijken, denken, voelen en handelen.


Tijdens de eerste twee dagen van deze cursus hadden we het onder andere over interactiepatronen en de manier waarop deze geneigd zijn zichzelf in stand te houden. Je doet vaak dezelfde dingen met dezelfde mensen, omdat je dat gewend bent. En ondanks dat je niet altijd precies hetzelfde doet of zegt, is het binnen een bepaalde setting lastig ineens iets compleet anders te gaan doen. Als we hierin toch (betekenisvolle) veranderingen willen doorvoeren moet dit op basis van het principe ‘hetzelfde maar net niet’. Door dit principe te hanteren, stuit je op de minste weerstand en is de kans van slagen het meest succesvol. Wanneer de verandering wordt geaccepteerd leidt dit tot een oprekking van het bestaande interactiepatroon. Door onze cursusleider werd dit hele proces samengevat in ‘innovatie leidt tot ontwikkeling’.


Een belangrijke kanttekening die hierbij gemaakt wordt, is dat het interactiepatroon in balans moet zijn. De interactie is in balans als zowel jij als de ander evenveel inbreng hebben, jullie oog hebben voor elkaars mening, respect hebben voor elkaars grenzen en bij onenigheid geneigd zijn op zoek te gaan naar een compromis. Het gebeurt ook weleens dat je de ander of jezelf uit het oog verliest. Als je de ander uit het oog verliest zijn je eigen meningen, voorkeuren en ideeën het belangrijkste. De ander moet zich hieraan aanpassen, want anders ontstaan er conflicten. Wanneer je jezelf uit het oog verliest, neem je weinig initiatief, kom je niet op voor je mening, durf je geen eigen keuzes te maken en doe je braaf wat de ander zegt. Tot slot kan het ook voorkomen dat de interactie volgens structuren wordt vormgegeven. De interactie lijkt dan in balans, maar is dat eigenlijk alleen binnen vastgestelde kaders en gemaakte afspraken. Verandert er iets in de regels, afspraken of routines dan ontstaat er vaak kortsluiting. Een interactiepatroon dat volgens structuren wordt vormgegeven wordt vaak gebruikt om te compenseren voor de momenten waarop je jezelf of de ander uit het oog verliest.

Meestal zal de interactie in balans zijn en leidt innovatie uiteindelijk tot ontwikkeling. Toch gebeurt het weleens dat de verandering die je wilt doen te veel afwijkt van wat je daarvoor hebt gedaan. Hiervoor zal ik twee werkgerelateerde voorbeelden geven. Ieder jaar hebben wij binnen de praktijk een vijftal intervisiedagen en iedere intervisiedag is tijd ingeruimd om te werken aan de ontwikkeling en verbetering van Spil Helpt. Meestal sluit dit aan bij de dagelijkse praktijk en plukken we direct de vruchten van ons werk. Zo hebben een aantal collega’s een keer gekeken naar de manier waarop het nieuwe dyslexieprotocol ervoor zorgt dat we ons dyslexieonderzoek en het verslag dat we daarna schrijven moeten veranderen. Het is een situatie die uitgaat van het principe ‘hetzelfde maar net niet’. Het protocol is niet dusdanig veranderd dat we het wiel opnieuw moeten uitvinden. We hoeven geen compleet nieuw/ander format te schrijven voor het verslag en voor het onderzoek hoefden we geen compleet nieuwe/andere opdrachten uit te zoeken. Doordat het aansluit bij het principe van ‘hetzelfde maar net niet’, blijft het overzichtelijk wat er van je gevraagd en verwacht wordt en kun je ermee vooruit. Het zijn taken die meestal binnen afzienbare tijd afgerond worden.


Anderzijds gebeurt het bij ons ook weleens dat de voorgestelde verandering (te) ver afwijkt van de huidige situatie. Aangezien ook dan over het algemeen geldt dat de interactie in balans is, sta je wel open voor de voorgestelde verandering, maar heb je misschien even tijd nodig om aan het idee te wennen en je er een mening over te vormen. Binnen Spil Helpt willen we graag een expertisecentrum oprichten, waarbij we met behulp van filmpjes veel voorkomende begrippen op een duidelijke manier willen toelichten. Toen dit voor het eerst werd geïntroduceerd, werd er in eerste instantie nogal voorzichtig gereageerd door de meeste collega’s en proefde je zelfs een zekere mate van weerstand. Inmiddels hebben we even tijd gehad te wennen aan het idee en staat het eerste filmpje al online. Uiteindelijk leidt ook dit idee tot ontwikkeling van de praktijk.


Wanneer de interactie niet in balans is, kunnen er twee dingen gebeuren. Enerzijds kunnen er conflicten ontstaan, omdat de ander niet geneigd is mee te bewegen met jouw voorstel. Ga dan eens na of je je eigen mening en belangen boven die van een ander/ de groep stelt (ik centraal). Stel je verlangt van je kind dat hij iets doet, maar hij wil dat niet doen. Je kunt het dan nog een keer vriendelijk vragen, maar hoe vaker je het moet vragen, hoe dwingender het zal overkomen. In veel gevallen leidt dit uiteindelijk tot conflicten en ruzie, omdat je allebei vasthoudt aan je eigen standpunt. Om dit te voorkomen zullen we als volwassenen misschien eerst wat meer moeten meebewegen met de actie/reactie van het kind en deze erkennen, om op die manier te proberen het kind weer mee te krijgen in de richting die jij voor ogen had. Vraag bijvoorbeeld waarom hij iets niet wil (als het bv. een filmpje af wil kijken, moet hij na dat ene filmpje zijn kamer op gaan ruimen), kom met een alternatief van iets wat op dat moment ook gedaan moet worden (bv. tafel dekken in plaats van kamer opruimen) of stel je kind voor een voldongen feit, maar laat hem vervolgens wel kiezen (bv. je moet je kamer opruimen; je kunt dit alleen doen of ik kan je helpen).

Aan de andere kant kan er een gebrek aan interactie zijn, omdat je geen eigenheid inbrengt (ander centraal). Deze mensen/kinderen zullen gedragingen, uitspraken en handelingen van een ander overnemen, omdat ze niet zo goed weten waar ze zelf voor staan en hoe ze dat kunnen bereiken. Het zijn vaak de kinderen waarvan gezegd wordt ‘durft niet voor zichzelf op te komen’ of ‘heeft baat bij een sociale vaardigheidstraining’. Bij volwassenen kun je termen horen als ‘is afwachtend’, ‘kijkt de kat uit de boom’ en ‘is schuchter’, maar ook ‘is een goede teamplayer’ zul je soms horen (je doet immers alles wat de ander je opdraagt). Je zult hen steeds weer opnieuw naar hun eigen ervaringen moeten vragen om ze in te laten zien dat die kunnen verschillen van jouw ervaringen.

Meggie de Groot

Orthopedagoog Spil Helpt

0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page