top of page
  • hannyvanderschoot

Wat doe je als je kind liegt?



‘Ik heb mijn broer niet geslagen.’ Of ‘Ik heb geen snoep gegeten.’ Misschien heb je deze of soortgelijke zinnen van je kind gehoord. Maar wat is de beste manier om te reageren? Wanneer is het gewoon een leugentje om bestwil en wanneer is het een serieuze leugen?


Kinderen vertellen soms onwaarheden, het hoort bij hun ontwikkeling en is volkomen normaal. Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen kleine kinderen in de leeftijd van 2 tot ongeveer 3 of 4 jaar, die meer geneigd zijn te liegen, en kinderen in de leeftijd van 4 tot 8 jaar. Jonge kinderen herkennen vaak de grens tussen fantasie en werkelijkheid niet. Ze hebben een levendige fantasie en kunnen de mooiste verhalen vertellen die totaal niet kloppen met de werkelijkheid. Kinderen in de basisschoolleeftijd liegen ook vaak. Zij kunnen zich al meer inleven in anderen en juist daardoor liegen, om bijvoorbeeld problemen te voorkomen. Er zijn verschillende redenen waarom kinderen soms bedriegen of liegen.


De meest voorkomende redenen zijn:

  • Je doel bereiken. Het kind wil een doel bereiken of een voordeel behalen en ziet geen andere optie dan liegen. Laat je kind daarom strategieën zien om het doel te bereiken zonder te liegen. Je kind wil in principe alleen voor zichzelf opkomen om zich verder te ontwikkelen en gebruikt bij gebrek aan strategieën een leugen.

  • Verlangen om gezien en gehoord te worden. Misschien heeft je kind het gevoel dat het niet goed wordt gezien en wil hij een beetje erkenning voor wat hij kan. Hij of zij kan daarom indrukwekkende verhalen over zichzelf vertellen die helemaal niet waar zijn. Probeer daarom de talenten en sterke punten van je kind te zien en aan te moedigen. Je kind kan bijvoorbeeld een hobby of sport hebben waar hij of zij bijzonder goed in is en die hij of zij graag doet. Hierdoor krijgt je kind meer zelfvertrouwen en wordt het gezien en gehoord door de omgeving.

  • Experimenteren en verbeelding. Kinderen, vooral peuters, willen leugens uitproberen, experimenteren, hun grenzen voelen en hun eigen identiteit vinden. Je kunt ze dit toestaan ​​zolang het niemand anders schade berokkent. Probeer dus bijvoorbeeld in kleine fantasieverhalen te komen en probeer de noodzaak achter liegen te herkennen.

  • Overbelasten. Als je kind een beetje overweldigd is door de verwachtingen die jij als ouder hebt, of misschien door de verwachtingen die hun leraren en/of vrienden hebben, dan kunnen ze hun toevlucht zoeken in leugens om bestwil. Praat met je kind over hoe het zich voelt en wat hij of zij nodig heeft en zeg bijvoorbeeld: ‘Je hebt tegen jouw juf dit en dat gezegd. Zo was het helemaal niet, toch? Heb je mijn hulp nodig om dit op te lossen?’

  • Liegen uit schaamte of angst. Als je kind je niet wil teleurstellen, dan is de kans groot dat het gaat liegen uit schaamte. Dan is het belangrijk om aan je kind duidelijk te maken: ‘Vergissingen mogen, ik maak ook fouten. Je kunt me alles vertellen.’ Kinderen zijn vaak bang voor hoe hun ouders of vrienden zullen reageren. Ze proberen dan een conflict te vermijden door te liegen of willen niemand teleurstellen.


Hoe kun je reageren als uw kind liegt:


  • Pak het onderwerp direct aan. Praat openlijk met je kind als je merkt dat ze hebben gelogen. Negeer het gedrag niet. Het is belangrijk om open met elkaar te communiceren, zodat je vertrouwen kunt opbouwen en begrijpen waarom je kind heeft gelogen.

  • Eerlijkheid is belangrijk. Leer je kind de waarde van eerlijkheid. Stel de vraag: ‘Hoe voelt het als mensen eerlijk tegen je zijn? Vind je het ook belangrijk dat je vrienden kunt vertrouwen?’

  • Vertrouwen overbrengen. Blijf tegen je kind zeggen: ‘Je kunt me alles vertellen. Zelfs als ik van streek ben, vinden we een oplossing. Je kunt het me echt altijd vertellen, zelfs als je iets verkeerd hebt gedaan. Ik hou van je wat er ook gebeurt.’

  • Toon consequenties van het gedrag. Praat rustig met je kind over de gevolgen die liegen kan hebben.

  • Behoeften en redenen. Om je kind te begrijpen en toekomstige situaties waarin ze liegen te vermijden, moet je eerst de reden voor de leugen en onvervulde behoeften achterhalen. Is je kind misschien bang en bang voor consequenties, bijvoorbeeld omdat het een slecht cijfer heeft gehaald voor zijn laatste werkstuk? Als je merkt dat je kind liegt, toon dan begrip en wees er open over.

  • Wees een rolmodel. Ouders fungeren als rolmodel voor hun kinderen. Als je kind erachter komt dat jij als ouder ook af en toe een leugentje vertelt zoals: ‘We hebben geen snoep meer.’ Dan zal je kind van jou leren en ook kleine leugentjes om bestwil gebruiken. Kinderen imiteren hun ouders op veel manieren, dus probeer het goede voorbeeld te geven.

  • Geloof en luister. Heel belangrijk voor het vertrouwen van je kind: geloof hem eerst en luister goed naar waarom hij deed zoals hij deed. Probeer je kind niet onterecht te beschuldigen.

  • Een leugen goedmaken. Je kijkt samen hoe je weer van de leugen af ​​komt. Het is belangrijk dat je kind de verantwoordelijkheid voor zichzelf neemt, vooral als de leugen anderen heeft gekwetst.

Het is belangrijk om toekomstige leugens te voorkomen. Als je kind eerlijk is, reageer er dan positief op, ook als je boos bent over het daadwerkelijke gedrag. Het is belangrijk dat je kind de waarde van eerlijkheid en vertrouwen leert, zodat ze open tegen je kunnen zijn en je alles kunnen vertellen wat hen dwarszit.


Houd er ook rekening mee dat strikte regels kunnen leiden tot meer liegen. Kinderen hebben een zekere mate van vrijheid nodig en willen dingen uitproberen. Met eerlijkheid, waardering en wat ruimte kun je jullie kind helpen om zich als eerlijk mens te ontwikkelen.


Celeste de León

Orthopedagoog

0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page