Spil Helpt
Wat een verhalen, wauw...

Het is nu bijna drie jaar geleden dat ik Bob voor het laatst heb gezien. De laatste keer dat ik hem zag, zat hij in groep 8 en ging hij bijna naar de middelbare school. De eerste keer dat ik Bob zag, zat hij in groep 5. Toen wist hij net dat hij dyslexie had. Bijna vier jaar lang heb ik hem wekelijks gezien tijdens de dyslexiebegeleiding. Hopelijk heb ik hem veel dingen kunnen leren, maar misschien heeft hij mij zelfs nog méér geleerd. En daarom geef ik dadelijk Bob het woord, zodat ook andere kinderen en volwassenen wat van hem kunnen leren.
Ik heb Bob leren kennen als een aardige, lieve en stoere jongen. Altijd beleefd. Een voetballer die niet zo’n zin had in het hele schoolse gebeuren, laat staan dyslexiebegeleiding en het bijbehorende huiswerk. Hij had wel wat beters te doen. En toch kwam Bob iedere week naar de begeleiding. Dan stond ik in de deuropening van zijn klas om hem op te halen, in zijn ogen zag ik dan soms een blik van ‘ahh shit, daar heb je haar weer..’. Hij heeft dat nooit laten merken, hij heeft nooit zitten mopperen bij mij en hij was altijd vriendelijk. Goed.. ik weet ook dat Bob thuis wél kon mopperen. Het huiswerk zorgde thuis voor een hele strijd, maar iedere week had hij zijn huiswerk weer bij. En dat vier jaar lang. Dat is toch al iets om alleen maar bewondering voor te hebben? Maar laten we zijn ouders niet vergeten hè. Hoe zij structuur wisten aan te brengen in het maken van huiswerk en zijn omgegaan met dit hele gebeuren. Daar heb ik vaak aan gedacht.. Nu, enkele jaren later, vertelt Bob ons hoe het is om dyslexie te hebben.
Bob:
In het begin vond ik het echt niet leuk om dyslexie te hebben en ik voelde me dom. Het was fijn om begeleiding te krijgen en de spellingregels werden er ingepompt. Het huiswerk was zwaar irritant! Ik moest elke dag om 16.30 uur thuis zijn zodat ik voor het eten mijn huiswerk kon maken, anders mocht ik niet gaan voetballen. Nu gaat het goed met mij, het boeit me niet meer dat ik dyslexie heb en ook niet hoe iemand anders erover denkt. Ik zit nu in het derde jaar van de middelbare school. Twee jaar lang heb ik geen extra hulpmiddelen gebruikt op school. Nu worden de teksten wel moeilijker, dus vanaf nu krijg ik op school ondersteuning met ClaroRead. Ik plak altijd dyslexie stickers op mijn proefwerken zodat de spellingfouten minder zwaar worden meegeteld. Lezen blijft altijd moeilijk, in vergelijking met hoe snel en makkelijk mijn klasgenoten lezen.
Tegen andere kinderen met dyslexie wil ik zeggen dat er in iedere klas wel 2 à 3 kinderen met dyslexie zitten, en nog wel meer met andere ‘problemen’. In elke klas zitten gemiddeld wel 6 kinderen die een sticker op hun proefwerk plakken. Je bent echt niet alleen. Met ‘bedankt voor je hulp op de lagere school, het was altijd gezellig bij jou en je lessen helpen mij nog steeds’, sluit hij zijn stukje af.
Wauw.. ik krijg een brok in mijn keel wanneer ik zijn verhaaltje lees. Ik voel me blij en trots om dit van Bob te horen. Natuurlijk wist ik allang dat hij er wel zou komen, maar om dat nu van hem zelf te horen doet me goed. Met zijn verhaaltje zal hij ook veel andere kinderen (en papa’s en mama’s) inspireren. Misschien heeft hij mij nog wel het meest geïnspireerd en geleerd met zijn afsluitende zin. Ik vroeg hem namelijk onder welke naam ik zijn verhaaltje mag gebruiken in mijn blog. Enkele voorbeelden heb ik genoemd, zoals een bekende voetballer, superheld, popster.. wat dan ook. Zijn antwoord was, 'gewoon Bob is prima’. Natuurlijk is ‘gewoon Bob’ prima, wat een held!
Ook zijn jongere zusje heb ik gevraagd iets te vertellen over dyslexie, want ook bij haar is dyslexie vastgesteld. De moeder van Bob en Lotte vertelde mij dat het geen probleem is hun echte namen te gebruiken in deze blog, ze zien het nut er niet van in om dit anoniem te doen en ze schamen zich er (gelukkig) absoluut niet voor, vertelt hun moeder. En ze hebben helemaal gelijk! Trots mogen ze zijn.
Lotte:
Ik weet niet meer wat ik dacht toen ik hoorde dat ik dyslexie heb. Op dit moment vind ik het niet fijn, maar er is echt wel mee te leven hoor! Er zijn genoeg ergere dingen.. Ik heb lange tijd dyslexiebegeleiding gehad en ik vond het niet leuk. Het was vooral niet leuk wanneer ik tijdens leuke lessen (bijvoorbeeld handvaardigheid) uit de klas gehaald werd voor de begeleiding. Tijdens het blokuur vond ik het minder erg want dan werden soms andere taken van mijn planner weggestreept. Wanneer ik ging afspreken moest ik vaak eerder naar huis om dyslexie huiswerk te maken, dat was ook niet leuk. Maar.. uiteindelijk heeft het mij wel geholpen om een stuk vlotter te lezen.
Het gaat prima met mij. Op school gebruik ik geen hulpmiddelen, maar ik krijg wel extra tijd bij toetsen en tijdens de proefwerkweek zit ik met andere kinderen die extra tijd nodig hebben in een apart lokaal. Dit is fijn en rustiger. Ik merk nu nog dat ik dyslexie heb op de momenten dat ik een zin twee keer moet lezen omdat ik het de eerste keer niet altijd begrijp.
Voor andere kinderen met dyslexie heb ik de tip om een keer je spreekbeurt te doen over dyslexie. In groep 6 heb ik een werkstuk over dyslexie gemaakt. Dit heb ik samen met mijn moeder gedaan en mijn dyslexie juf had ook nog allerlei informatie. Mijn juf vond hem zo goed dat ze vroeg of ik hem wilde presenteren voor de klas. Ik heb toen een soort spreekbeurt gegeven over dyslexie. Toen wist iedereen ook meteen waarom ik elke week een uurtje uit de klas werd gehaald. Ik vond het fijn dat iedereen het begreep en ze niet meer vroegen wat ik elke keer ging doen. Dit is goed geweest voor mijn verwerking, iedereen was trots op mijn werkstuk, alle kinderen waren op de hoogte van mijn dyslexie en hadden ook meteen iets geleerd. Een aanrader dus!
In de tijd van Bob, zag ik wekelijks ook een meisje uit zijn klas, Mini Mouse genaamd. Waar Bob duidelijk liever ging voetballen, kwam Mini Mouse wekelijks aanzetten met een goed georganiseerde klapper. Een map met tabbladen en mooie zelfgeschreven verhalen. Mini mouse was gestructureerd, geordend, creatief en had een grote fantasie. Ook zij heeft voor mij tijd willen vrij maken om wat op papier te zetten.
Mini Mouse:
Toen ik hoorde dat ik dyslexie heb, vond ik het niet leuk want ik dacht dat ik het heel moeilijk zou gaan hebben op school. Het verklaarde wel waarom ik altijd zoveel fouten maakte bij spellingtoetsen. Nu maakt het mij niet meer uit. Het komt goed en je vindt wel een manier om dingen wel goed te doen. Ik vond dyslexiebegeleiding soms leuk en soms saai. Ik weet niet of ik er iets van heb geleerd, maar Stefanie en mijn ouders zeggen van wel. Het was leuk om met die gekleurde blokjes te werken van de methode Taal in blokjes, spelletjes te spelen en als je boeken uit had kreeg je altijd een cadeautje. Het huiswerk was wel echt stom.
Nu gaat het goed met mij. Ik vind het erg leuk om dingen te doen met mijn vriendinnen, zoals shoppen in de stad. Op school gaat het ook goed en Engels is erg leuk. Ik maak snel vriendinnen, ik vind het leuk om te kletsen en maak snel contact met anderen. Wat mij helpt op school is dingen goed plannen. Het helpt mij ook dat ik nu op een Dalton school zit. Voor mij is het fijn om de spellingcontrole van Word te gebruiken. Dat gebruik ik vooral bij woorden met dt, zoals ‘vind’ met dt of is het nou d of t? Wat ik nog graag wil zeggen is: ‘Het komt allemaal goed, je hoeft je niet druk te maken want iedereen kan je helpen. Je bent misschien niet zo goed in spelling, maar wel in iets anders! En eerlijk gezegd.. ik ben daar ook nog niet achter gekomen hoor :)'.
Mini Mouse, Mini Mouse.. nog steeds wat onzeker en bescheiden. Maar ook nog steeds met goede planningsvaardigheden, waar ze nu goed gebruik van maakt op school. Een sociale meid, dat was ze toen al. En wat fijn om te lezen dat het zo goed gaat op school en dat ze Engels leuk vindt. Of is het vind? ;-) Wat maakt het uit Mini Mouse. Jíj doet er toe! Die ‘vindt’ met een d of dt, doet er weinig toe.
Daar kan ik niets meer aan toevoegen. Een groot applaus en diepe buiging voor onze dyslexie-experts!
Stèfanie Groeneveld - van Hout
Orthopedagoog